In dit onderdeel gaan we in op de verschillende strategieën die je kan toepassen tijdens blackjack. Daarbij is het belangrijk om onderscheid te maken tussen een harde en zachte hand. Er is sprake van een zachte hand als één van de eerste twee kaarten van de speler een Aas is. Dankzij die Aas kan je de totale waarde verlagen omdat de Aas gebruikt kan worden als 10 of als 1. Bij een harde hand staat de totale waarde van je hand vast omdat je in dat geval geen Aas hebt.
Kaarten trekken (hit)
Hit betekent dat je een kaart neemt. Dankzij deze extra kaart kun je dichter bij 21 komen. Je kan steeds weer nieuwe extra kaarten nemen maar je moet er natuurlijk voor zorgen dat je niet boven de 21 komt. Het beste is om altijd een extra kaart te vragen als je een harde hand vast hebt waarvan de waarde minder of gelijk is aan 8. Het maakt niet uit welke kaart de dealer vast heeft. Heb je een vaste hand? Dan hangt het af van de waarde die je hebt maar van ook de kaarten van de dealer. Heb je bijvoorbeeld de combinatie ‘Aas-2’ en heeft de dealer een kaart die groter is of gelijk aan 7, dan zal je altijd een kaart moeten kopen. Stel dat de dealer een 5 of 6 vast heeft, dan zul je moeten dubbelen. Er zijn nog andere gevallen waarin je een kaart moet kopen zoals wanneer je twee zevens in de hand hebt en de dealer een kaart heeft met een waarde groter dan 6.
Verdubbelen (double down)
Dubbelen of ook wel ‘Double down’ genoemd, betekent dat je je oorspronkelijke inzet verdubbelt nadat je de eerste twee kaarten gekregen hebt. Begon je het spel met een inzet van €20, dan zul je bij het dubbelen nog eens €20 inzetten. Je totale inzet is dan €40. Nadat je de inzet verdubbeld hebt, krijg je nog één kaart.
Speel je blackjack met zes decks, dan zal de dealer altijd moeten passen als die 17 bereikt. Op dat moment is het aan te raden om je inzet met een harde 11 (zonder aas) te verdubbelen tegen elke open kaart van de dealer. Bij een harde 10 moet je verdubbelen wanneer de dealer een kaart van 2 tot 9 open heeft liggen en bij een harde 9 moet dit tussen 3-6 liggen.
Heb je een soft hand (inclusief aas), dan zijn er meerdere mogelijkheden voor het verdubbelen. Als je “Aas en 2” of “Aas en 3” hebt, verdubbel dan je inzet als de dealer een 5 of 6 vast heeft. Met een “Aas en 4”of “Aas en 5”, verdubbel dan tegen elke 4, 5 of 6 van de dealer. Met elke “Aas en 6”, kan je verdubbelen bij de 3, 4, 5 of 6 van de dealers en met de “Aas en 7” kan je de inzet verdubbelen tegen elke kaart met een waarde tussen 2 en 6.
Toch is het ook belangrijk om te weten wanneer je niet moet verdubbelen. Je moet bijvoorbeeld niet verdubbelen als de dealer een aas heeft liggen. De kans dat de bank 21 kan halen is dan zeer groot. Zeker omdat een aas als 1 of 11 beschouwd kan worden. Daardoor kan de dealer meerdere kaarten trekken, wat de kans op een ‘overwinning’ groter maakt. Als je eerste twee kaarten een puntentotaal hebben van 12 of meer, dan is het dubbelen ook niet aan te reden. Dan kan je namelijk alleen maar met een 9 21 bereiken. Alle kaarten met een waarde van 10 zullen je dus een ‘bust’ opleveren. Je mag ook niet dubbelen als de eerste twee kaarten dezelfde waarde hebben.
Splitsen (split)
Wanneer je als speler twee kaarten met dezelfde waarde krijgt, dan kun je die kaarten splitsen. Dit betekent dat je de kaarten afzonderlijk mag spelen. Krijg je bijvoorbeeld twee achten van de dealers, dan kan je die splitsen. Voor de tweede kaart moet je een extra inzet plaatsen die dezelfde is als de oorspronkelijke inzet. Vanaf dan zullen de kaarten als afzonderlijke handen beschouwd worden. Je krijgt daardoor ook twee kansen om de dealer te verslaan. Indien je twee azen krijgt en er voor kiest om deze te splitsen, dan mag je hierna per aas slechts een kaart kopen. In dit geval ben je dus beperkt om door te kopen, maar kan je wel blijven splitsen. Met elke aas maak je namelijk veel meer kans om 21 te maken, omdat dan alle kaarten met een waarde van 10 je een overwinning zullen opleveren.
Toch zijn er ook een paar omstandigheden waarin splitsen niet handig is. Splits nooit tienen aangezien je dan 20 punten hebt, wat het op één na hoogste aantal is dat je kan halen. Het is ook aangeraden om nooit vieren te splitsen aangezien je inzet meestal groter zal zijn dan je uiteindelijke winst. Ook twee vijven moet je nooit splitsen, aangezien twee vijven namelijk 10 punten opleveren. Zolang de dealer geen aas of tien punten kaart heeft liggen, is het aangeraden om de vijven te dubbelen in plaats van te splitsen. Heeft de deler wel een aas of kaart van tien punten, ga dan voor een ‘hit’. Ook als een dealer een kaart vast heeft met een waarde van 8 of hoger, dan laat je het splitten achterwege. De betere optie is om een extra kaart te kopen.
Passen (pass)
Als je past tijdens het blackjack, dan betekent dit dat je kiest om geen kaarten meer te aanvaarden. Of je al dan niet moet passen, hangt af van de kaarten die de dealer heeft. Als je te vroeg past krijgt de bank meer kans om te winnen. Als je te laat past gaat je puntensaldo naar alle waarschijnlijkheid over 21. Vanaf het moment dat je een waarde van zeventien vast hebt in een harde hand, dan moet je altijd passen. Als een dealer een kaart vast heeft tussen 4 en 6 en je harde hand hoger is dan 11, dan moet je ook passen. Heeft de dealer een kaart tussen 2 en 6 en jij een harde hand van 13 of hoger, dan is passen ook het beste om te doen.
Verzekeren
Als je kiest voor ‘verzekeren’, dan kan je een ‘verzekering’ kopen. Dankzij deze verzekering zul je toch nog iets uitbetaald krijgen als de bank een blackjack heeft. Wil je die verzekering kopen? Dan moet je de helft van je oorspronkelijke inzet extra bijleggen. Heb je bijvoorbeeld €200 ingezet, dan zul je €100 extra moeten inleggen als verzekering.