Volgens de blackjack spelregels kun je als speler iedere ronde inzetten op een vrije plek. Daarna krijgt iedereen 2 kaarten en opent de dealer ook een kaart. Hierna kun je als speler bepalen hoe je de rest van de ronde aan wilt pakken. Bij winst kun je de oorspronkelijke inzet verdubbelen, mits je ook wilt dubbelen of splitsen, want op die manier kun je nog meer winnen.
We gaan nu iets meer de diepte in. Je speelt als speler altijd tegen de bank en het spel wordt bijna altijd met open kaarten gespeeld. Voordat de kaarten worden gedeeld, plaatst elke speler zijn inzet door deze op de tafel voor zich te plaatsen. Hierna deelt de dealer de kaarten.
Stap 1: De dealer begint met het delen van de blackjack kaarten
De dealer deelt de kaarten met de klok mee. Eerst krijgt elke speler één kaart open op de tafel. De dealer krijgt ook een kaart, maar deze wordt gesloten op de tafel gelegd. Hierna krijgt iedereen elk nog één kaart gedeeld. Deze wordt wederom open op de tafel gelegd.
Stap 2: Spelers met blackjack, oftewel 21 worden direct uitbetaald
Het kan in al voorkomen dat een speler 21 heeft en de speler krijgt dan 2.5 keer zijn inzet uitbetaald. Dit is dus zijn originele inzet plus nog eens 1.5 keer de inzet als winst. ls de open kaart van de bank een 10, figuur of een aas? Dan moet er eerst worden afgewacht of de bank niet ook een blackjack heeft. In dat geval zou er gelijkspel zijn en wint of verliest de speler niets.
Stap 3: Jouw beurt, wat ga je doen?
Als niemand blackjack heeft, is het aan alle spelers om zo dicht mogelijk bij de 21 te komen. Hiervoor kunnen ze extra kaarten vragen aan de bank. Eén per keer en zoveel als ze nodig denken te hebben. Wanneer alle spelers klaar zijn met extra kaarten nemen, opent de dealer zijn gesloten kaart. Is zijn hand 16 of minder? Dan neemt hij nog een kaart. Bij 17 of hoger past hij. Is de bank klaar? Dan wordt er gekeken wie er 21 heeft of er het dichtst bij zit. That's it!